Derde kwartaal woningmarkt: oververhit is en blijft het enige kernwoord

Een gemiddelde verkooptijd van 23 dagen. Een gemiddelde verkoopprijs van 419.000 euro voor bestaande woningen hetgeen neerkomt op een stijging van 19 procent ten opzichte van een jaar geleden. Een gemiddelde verkoopprijs van 455.000 euro voor nieuwbouwwoningen wat 13,6 procent meer is dan in 2020. Het zijn slechts enkele feiten van veel meer opvallende cijfers over de woningmarkt over het derde kwartaal die de NVM, brancheorganisatie van de makelaardij, naar buiten heeft gebracht.
Want om de lijn van breaking records te vervolgen: er werden 29 procent minder woningen verkocht, het laagste aantal verkochte woningen in zes jaar. Tegelijkertijd werd er overgeboden: 80 procent van de woningen kreeg voor meer dan de vraagprijs een nieuwe eigenaar. En dat terwijl de gemiddelde huizenprijs al niet minder dan 19 procent hoger lag dan in 2020. Dat weerhield kopers er niet van gemiddeld 8,6 procent meer dan de vraagprijs te betalen. Vooral tussenwoningen waren gewild: daar bedroeg het verschil tussen vraag- en koopprijs 10,7 procent. Bij vrijstaande woningen was dat ‘slechts’ 4,1 procent met de nadruk op de aanhalingstekens, want omdat het hier om grotere bedragen gaat voelt men die 4,1 procent misschien nog wel meer in de portemonnee dan de 10,7 procent verschil bij tussenwoningen.
Overbieden is, zo laat de NVM, weten, normaal geworden, ‘al gaat het soms om bedragen die de wenkbrauwen doen fronsen’. Onderwijl staan er in Nederland nog maar 16.500 huizen te koop. Dat is het kleinste aantal sinds de NVM begon met meten.