- 6 december 2019
- Blogs
WW-premies gaan verschillen
De WW-premies tussen vaste en tijdelijke contracten gaan verschillen per 1 januari 2020. Op deze manier stimuleert de overheid werkgevers om eerder een vast contract te gaan geven aan een werknemer.
Voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (met een eenduidig vastgelegde arbeidsomvang) komt er een lage premie. Voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wordt de premie hoger.
In 2020 wordt de lage WW-premie 2,94% en de hoge WW-premie 7,94%. De huidige sectorpremie voor de WW komt te vervallen.
Wanneer betaalt de werkgever de lage WW-premie?
De werkgever betaalt de lage WW-premie voor werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst. Daarvan is sprake als er een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is die geen oproepovereenkomst is.
De werkgever mag ook de lage WW-premie betalen als:
- De werknemer onder de 21 jaar is en maximaal 48 uur (per aangiftetijdvak van vier weken) of 52 uur (per aangiftetijdvak van een kalendermaand) verloond heeft gekregen.
- Hij een leerling in dienst heeft die de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt. De overeenkomst met de BBL-leerling moet voorzien zijn van een dagtekening en zijn opgenomen in de administratie van de werkgever;
- De werkgever een uitkering werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) betaalt als werkgeversbetaling of als eigenrisicodrager. Over dit deel van de betaling aan de werknemer is de werkgever dan de lage WW-premie verschuldigd
Herzien van de lage WW-premie
In 2 gevallen is met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie van toepassing:
- Als de arbeidsovereenkomst uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking eindigt;
- Als er in een kalenderjaar 30% meer uren verloond zijn dan in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd. Bijvoorbeeld als de werknemer een contract heeft voor 20 uur per week, maar gemiddeld 32 uur per week werkt.