10 jaar vaste hypotheektermijn in opkomst
Hypotheekexperts constateren een aantal trends op de markt die lijken te veranderen. De belangrijkste twee: 10 jaar vast is sterk in opkomst en vooral doorstromers kiezen voor 20 jaar vast. Sterker nog, van die laatste doelgroep kiest bijna een kwart (24 procent) voor die termijn.
In het eerste kwartaal van 2022 was het nog zo dat 50% van de huishoudens koos voor 20 jaar vast en maar 19% voor een rentevaste periode van dertig jaar. Eenzelfde aantal, ook 19%, opteerde voor een hypotheektermijn van tien jaar vast.
Dat beeld veranderde in de loop van 2022. Waarschijnlijk door de stijgende rente koos in december van dat jaar bijna de helft van de consumenten voor 10 jaar vast en waren de rentevaste periodes van 20 en 30 jaar sterk in populariteit verminderd naar respectievelijk 20% en 6%. Die trend heeft zich in de eerste zes maanden van 2023 doorgezet: 10 jaar vast is nog iets gewilder geworden.
Dit beeld geldt zowel voor starters als doorstromers, maar bij die laatste categorie wordt in het tweede kwartaal ook weer vaker voor de 20 jaar vast gekozen. Starters daarentegen gaan in slechts 16% van de hypotheken voor een 20-jarige vaste hypotheektermijn. De reden van dit verschil is dat doorstromers bij hun volgende woning hun oude, lagere rente (deels) kunnen meenemen.
Verder zijn er in het eerste half jaar van 2023 verhoudingsgewijs minder aflossingsvrije hypotheken afgesloten in vergelijking met de eerste zes maanden van 2022. In 2022 ging het om 41% van de hypotheken, in 2023 om 25%.
Ook hier is de invloed van de gestegen rente kortom zichtbaar, maar er speelt nog iets mee: wie een nieuwe hypotheek aflossingsvrij afsluit, waarvoor geen overgangsregime geldt, kan niet profiteren van een hypotheekrenteaftrek. Toen de rente nog op 1% stond vonden veel mensen dat niet belangrijk, maar de huidige realiteit is anders: de netto maandlasten van een aflossingsvrije hypotheek zonder renteaftrek liggen veel dichter bij de netto maandlasten van een annuïteitenhypotheek met renteaftrek