EIB: daling in huizenbouw gaat sneller dan verwacht

De bouw van nieuwe woningen neemt, zo is de verwachting, sneller af dan eerder is ingeschat. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) toont in de nieuwste cijfers aan dat er in 2023 vermoedelijk 6,5 procent minder wordt gebouwd in vergelijking met 2022.

Voor volgend jaar verwacht het onafhankelijke onderzoeksbureau nog eens een daling van 8 procent. Concreet betekent dit dat het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen, zo toonde het tv-programma Nieuwsuur aan zaterdagavond, daalt naar 69.000 dit jaar. In 2024 gaat het aantal verder omlaag naar 65.000 en in 2025 naar 64.000. Daarmee komt de kabinetsdoelstelling om in 2030 900.000 woningen erbij gebouwd te hebben verder in de knel.

Niet alleen de hoge rentestand, personeelsgebrek en dure materialen zitten de bouw in de weg, zo bleek uit het tv-programma waar de nieuwe voorzitter van Bouwend Nederland, Arno Visser, te gast was. Ook de stapeling van regelzucht, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, spelen projectontwikkelaars en kredietverstrekkers parten. ,,Dat er regels zijn is normaal in een land als Nederland”, liet Visser optekenen. ,,Maar gemeenten doen er nog een schepje bovenop. Een huis moet meer dan energiezuinig zijn. Het moet energieneutraal zijn of zelfs energie terugleveren. Maar de inkoop van deze materialen kan niet op grote schaal en zijn sowieso kostbaarder wat de betaalbaarheid van de woningen onder druk zet.”

Verder zet de middenhuurregeling een rem op de huizenmarkt. Woonminister Hugo De Jonge wil hiermee de markt voor middeninkomens beschermen: hij wil huren voor deze doelgroep niet boven de 1100 euro per maand laten uitkomen. De politiek heeft deze maatregel genomen vooral met het oog op de grote steden waar onderwijzers, politieagenten en andere onmisbare overheidsfunctionarissen niet meer aan een betaalbaar huurhuis komen. In de praktijk heeft de nieuwe regeling ertoe geleid dat het gros van de bouwprojecten is stil komen te vallen.  

De EIB heeft het marktsentiment nu naar cijfers vertaald. Eerder dit jaar gingen de onderzoekers nog uit van een daling van 3,5 procent in 2023 en 5,5 procent in 2024. Het instituut gaat ervan uit dat de totale bouwproductie, waar bijvoorbeeld ook verbouwingen en wegenbouw onder vallen, dit jaar niet zoals eerder beraamd met 1,5 procent, maar met 2 procent daalt. De verwachtingen voor 2024 zijn nu bijgesteld van 2 procent naar 2,5 procent krimp.

Ondertussen vrezen vastgoedkenners op termijn voor een prijsexplosie op de woningmarkt, omdat de huidige ontwikkelingen ervoor zorgen dat de vraag naar een huis alleen maar toeneemt (zie bijvoorbeeld https://www.overwaar.de/bouwimpasse-zal-uiteindelijk-leiden-tot-onbeheersbare-prijsexplosie-op-de-woningmarkt/)

Het is een visie die Hans Bos, Directeur Makelaardij bij Verheul, onderschrijft. ,,De situatie is wat dat betreft niet veranderd sinds pakweg 2015. Er is schaarste en te weinig aanbod, dus je ziet woningen steeds duurder worden. De kleine prijscorrectie die er is geweest is van tijdelijke aard. Mijn advies is en blijft: als je een woning wilt en kunt kopen, doe dat dan nu en niet later.”