Hypotheekrente stijgt plots fors
Half januari hebben we nog bericht dat een stijging van de hypotheekrente uitbleef, maar daar is deze maand verandering in gekomen. De hypotheekrente ging in de afgelopen twee weken, tot en met woensdag, gemiddeld met een zestiende-punt omhoog: van 1,58 naar 1,74 procent. Een dag later ging de rentestand naar 1,88 procent en daarmee lijkt plots voor het eerst sinds lange tijd een gemiddelde van boven de twee procent weer in het verschiet te liggen. Sowieso is sinds 2008 niet zo’n sterke stijging in zo’n kort tijdsbestek gesignaleerd.
Het is een gevolg van de al langere tijd stijgende rente op de internationale kapitaalmarkt waarmee wordt voorgesorteerd op een einde van de coronapandemie en daarmee een aantrekkende economie. Wat voor gevolgen het heeft voor de woningmarkt is lastig te zeggen. Over het algemeen is de consensus onder deskundigen dat pas bij een rentepercentage boven de drie procent er mogelijk een kantelpunt komt voor de woningmarkt.
Daarbij speelt ook mee dat huizenbezitters bij een verhuizing vaak ook hun oude hypotheek met een lange lage rentevaste periode meenemen. Omdat zij ook profiteren van de overwaarde op hun oude huis, hebben zij minder of geen hypotheek nodig en raakt de stijgende hypotheekrente hen ook minder.
Starters worden wel wederom getroffen door de nieuwe ontwikkelingen. De hogere rentestand betekent wel voor starters dat ze (nog) minder leencapaciteit hebben. Zij blijven de grootste slachtoffers van de ontwikkelingen op de huizenmarkt.